Handige tips voor succesvol 3D printen

Handige tips voor succesvol 3D printen

Iets 3D printen begint met een digitaal model, maar een goed resultaat hangt af van de juiste materiaalkeuze, aangepaste wanddiktes en een correct bestandstype. Bij FDM-printen bouwt de printer lagen kunststof op. Die techniek is betaalbaar, veelzijdig en snel beschikbaar, vooral voor functionele onderdelen of kleine series. In dit artikel geven we duidelijke tips om fouten te voorkomen, ontwerpen te verbeteren en kosten beheersbaar te houden.

• Voor sterke onderdelen kies je minimaal 1,2 mm wanddikte en voldoende speling bij verbindingen.

• PLA is handig voor visuele modellen, PETG en ABS zijn beter voor functioneel of buitengebruik.

• De laaghoogte en infill bepalen de afwerking, stevigheid en printtijd van je model.

• Een gesloten, schaal 1:1 STL- of 3MF-bestand zorgt voor minder fouten bij het printen.

• Testprints verlagen de kans op verspilling bij complexe of pasgevoelige onderdelen.

Wat is FDM 3D-printen en wanneer werkt het goed?

FDM staat voor Fused Deposition Modeling. Hierbij smelt een 3D-printer kunststofdraad en legt dat laag voor laag neer. Zo ontstaat een object met een duidelijke laagstructuur. FDM is geschikt voor praktische toepassingen zoals houders, montagehulpen, sensorbehuizingen en klemmen. Het is minder geschikt als je hoge oppervlakteresolutie of serieproductie zoekt.

De techniek is breed inzetbaar omdat het snel, betaalbaar en betrouwbaar is. FDM kan goed overweg met stevige kunststoffen zoals PLA, PETG of ABS. Bij nauwkeurige ontwerpen moet wel rekening worden gehouden met toleranties, materiaaleigenschappen en enkele beperkingen zoals zichtbare laaglijnen.

Kies het juiste materiaal voor je ontwerp

De keuze van het filament bepaalt hoe je onderdeel zich gedraagt in gebruik. Je kijkt niet alleen naar de kleur of prijs, maar vooral naar sterkte, hittebestendigheid en flexibiliteit. Drie veelgebruikte opties zijn:

PLA: Makkelijk te printen, vormvast en geschikt voor niet-belaste onderdelen of zichtmodellen. Niet hittebestendig en breekbaar bij spanning.

PETG: Sterker dan PLA, iets flexibeler en redelijk hittebestendig. Geschikt voor clipjes, behuizingen en onderdelen die buiten gebruikt worden.

ABS: Slagvast en bestand tegen hogere temperaturen. Moeilijker te printen zonder warping, maar geschikt voor stevige functionele modellen en technische toepassingen.

We raden aan om bij onderdelen die worden belast of buiten functioneren geen PLA te gebruiken, omdat het zacht wordt boven 60 graden. PETG of ABS bieden daar wel voldoende zekerheid. Kleuren of transparantie kunnen verschillen per materiaalsoort. Controleer dus goed wat echt nodig is qua prestatie.

Zo ontwerp je een print die werkt

Een goed ontwerp voorkomt printfouten, breuk of verspilling. FDM werkt met een materiaal dat in lagen wordt opgebouwd. Dat heeft invloed op vorm, toleranties en sterkte. Hou daarom rekening met de volgende richtlijnen:

• Gebruik wanddiktes van minimaal tussen de 1,2 en 2,0 mm bij belastbare delen.

• Dikke wanden of extra materiaaldikte op plekken met schroeven verhogen stevigheid.

• Vermijd overhangende delen boven 45 graden zonder ondersteuning of pas het ontwerp aan.

• Laat 0,2 tot 0,5 mm ruimte voor klik- of schuifverbindingen. Spleten zonder deze marge passen vaak niet.

• Zorg ervoor dat de grootste drukkracht loodrecht op de laagopbouw staat. Dat voorkomt delaminatie.

• De grootste trekkracht mag niet loodrecht op de lagen staan, hierdoor worden ze uit elkaar getrokken en verzwakt of breekt het onderdeel.

Gaten worden vaak iets kleiner dan ontworpen, dus licht naboren kan nodig zijn. Voor schroefdraad werk je het best met messing inserts, geprinte draad op op kleine schaal (M2- M12) werkt niet. Gebruik toleranties van ±0,2 mm tot ±0,5 mm. Langwerpige, smalle of dunne onderdelen kunnen kromtrekken. Voeg daarom marges of verstevigingen toe waar nodig.

We helpen met het verduidelijken van ontwerpregels aan de hand van voorbeelden zodat je sneller tot een bruikbaar model komt.

Mooi of snel? Zo werkt detail in 3D printen

FDM laat je kiezen tussen snelheid en detail. Die afweging maak je vooral door te spelen met laaghoogte en infill. Dat zijn instellingen in de slicer die invloed hebben op kwaliteit, stevigheid en printduur.

Laaghoogte: Een kleiner getal, zoals 0,12 mm, geeft zachte overgangen en meer detail, maar print langzamer. Een grotere laag, zoals 0,24 mm, is sneller maar grover.

Infill: Dit is hoe vol de binnenkant van een model is. Voor lichte toepassingen is 15 tot 30 procent vaak genoeg. Bij sterke onderdelen kun je tot 50 procent of meer gaan.

Massieve modellen met grote volumes hebben meer kans op kromtrekken (warping), vooral bij ABS. Vermijd abrupte vormovergangen en werk liever met afgeronde vormen en gelijkmatige diktes. Hierdoor krimpt het model gelijkmatig en ontstaan er minder spanningen tijdens het printen.

Bij FDM blijven laaglijnen altijd zichtbaar, zelfs bij de fijnste instellingen. Wil je een gladder resultaat, dan kun je de print laten schuren, gieten of coaten.

Verken meer in onze gids over het correct kiezen van wanddikte om problemen te voorkomen.

De kosten van een model laten 3D laten printen

De prijs van een 3D-print wordt bepaald door materiaalkeuze, afmetingen en printtijd. Een klein visueel model kost minder dan een functioneel onderdeel met hoge precisie. Belangrijke factoren zijn:

Volume: Hoe groter of massiever het model, hoe meer plastic en printtijd nodig is.

Afwerking: Hoe fijner je print, hoe langer het duurt. Dat verhoogt kosten.

Aantal onderdelen: Meerdere of samengestelde delen vergen meer voorbereiding en instellingen.

Kleur of wisseling: Wisselen van kleur in één print kost extra handelingen en dus extra tijd.

Een testprint van een verkleind model is vaak slim vooraf. Zo ontdek je snel of pasvorm, klemsluiting of lijning kloppen zonder meteen veel kosten te maken. Vooral bij grote en complexe ontwerpen kan dit veel besparen.

We hebben een overzicht gemaakt van wat er meespeelt in het bepalen van de prijs zodat je beter kunt inschatten wat de impact van je ontwerpbeslissingen is.

Goede voorbereiding van je bestand

Een 3D-printer kan pas starten als hij een correct bestand ontvangt. De populairste bestandsformaten voor FDM zijn STL, 3MF en STEP. Elk heeft zijn kenmerken:

STL: Werkt met vrijwel alle software. Bevat geen kleurinformatie of metadata.

3MF: Ondersteunt meerdere onderdelen, kleurinstellingen en schaalinformatie. Vooral handig voor complexe sets.

STEP: Exact en bewerkbaar formaat dat goed werkt als export uit CAD-softwares. Niet direct printbaar, wel goed bruikbaar als startpunt.

Controleer bij het exporteren dat je bestand schaal 1:1 in millimeters gebruikt. Binnenhoeken kun je beter afronden omdat scherpe hoeken spanningspieken kunnen geven. Sluit alle oppervlakken zodat het bestand 'waterdicht' is. Open modellen geven vaak fouten bij het slicen en zorgen voor mislukte prints.

Meer uitleg over deze keuzes vind je in onze gids over bestandsformaat kiezen: 3MF vs STL.

Wanneer loont het om iets te laten 3D printen?

Een 3D-print is handig als het onderdeel snel nodig is of nergens kant-en-klaar te krijgen is. Vooral bij productontwikkeling of aanpassingen op bestaande oplossingen werkt het goed. Je kunt een ontwerp testen, aanpassen, opnieuw printen en zo sneller tot een werkend eindproduct komen.

Veelgebruikte toepassingen zijn: passtukken, klikbehuizingen, afdekplaten of functionele hulpstukken. Ook onderdelen rond leidingen, elektronica of sensoren zijn vaak goed te printen. De techniek leent zich voor serie van één tot enkele tientallen stuks, zonder kostbare matrijzen of lange doorlooptijden.

Door te werken in stappen kun je risico’s beperken: eerst uploaden, dan printen en meten, daarna bijstellen en optimaliseren. Zo gebruik je FDM effectief en bespaar je op faalkosten of tijdverlies.

Veelgestelde vragen

Wat is de beste wanddikte voor een sterk 3D-printonderdeel?

Gebruik minimaal 1,2 mm, bij zwaardere belasting liever 2 mm of meer. Dikkere wanden verhogen de stijfheid en duurzaamheid.

Welk materiaal is geschikt voor buitengebruik of hitte?

PETG en ABS zijn beter bestand tegen UV, vocht en temperatuur. Als het onderdeel erg veel in de zon gebruikt wordt, is ASA een betere optie. PLA vervormt al rond 60 graden Celsius en is minder geschikt voor buiten.

Hoe nauwkeurig is een FDM-print?

Hou rekening met toleranties tussen de ±0,2 mm, afhankelijk van materiaal, printinstellingen en modelgrootte.

Waarom zijn laaglijnen zichtbaar op FDM-modellen?

Omdat het model laag voor laag is opgebouwd blijven er rasterlijnen zichtbaar. Mechanisch schuren of nabewerken maakt het oppervlak gladder.

Hoe snel kan ik een print laten maken?

Bij een correct bestand kan een eenvoudige print binnen enkele werkdagen klaar zijn. Veel hangt af van formaat, materiaal en bezetting.

Terug naar blog